Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als hij tot den koning gekomen was, zo zeide de koning tot hem: Micha, zullen wij naar Ramoth in Gilead ten strijde trekken, of zal ik het nalaten? En hij zeide: [16]Trekt op, en gijlieden zult voorspoedig zijn, want [17]zij zullen in uw hand [18]gegeven worden. 16. Zie 1 Kon.22:15. 17. Namelijk, de Syriers. 18. Te weten, van den Heere; 1 Kon.22:15.